Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)
Op zoek naar het ontstaan van zeldzame galwegaandoening

Primaire Scleroserende Cholangitis (PSC) is een zeldzame ziekte waarbij galwegen in en buiten de lever ontstoken zijn. Door verlittekening ontstaan vernauwingen die weer leiden tot schadelijke galstuwing in de lever. De oorzaak is onbekend. Maar hoe vroeger de aandoening wordt ontdekt, hoe beter de gevolgen te behandelen zijn. Het UMCG doet er onderzoek naar.
PSC is een chronische, progressieve ziekte van lever en galwegen. Deze zeldzame, ernstige aandoening ontstaat sluimerend en wordt gemiddeld rond iemands 38e gediagnosticeerd. Arno Bourgonje, postdoctoraal arts-onderzoeker, kwam met PSC in aanraking toen hij samen met prof. dr. Rinse Weersma onderzoek deed naar inflammatoire darmziekten (IBD). Dat zijn chronische ontstekingsziekten zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. ‘Mensen met PSC hebben vaak ook zo’n aandoening. De oorzaak van PSC is niet bekend, maar het is waarschijnlijk een auto-immuunziekte. En mogelijk speelt het microbioom in de darmen – het geheel van natuurlijk aanwezige bacteriën, virussen en gisten – een rol bij het ontstaan.’
Vroegtijdig opsporen
PSC is een progressieve ziekte en genezen is er nog niet bij. Patiënten zijn aangewezen op de behandeling van de gevolgen. Ongeveer de helft van de patiënten heeft uiteindelijk een levertransplantatie nodig. Bourgonje: ‘Nu wordt PSC vaak pas laat ontdekt, bijvoorbeeld als patiënten met IBD gestoorde leverproeven hebben. De verlittekening van de galwegen is dan niet meer te behandelen. Je zou die problemen mogelijk kunnen voorkomen door de ontstekingsactiviteit in de galwegen te onderdrukken. Maar deze vroege fase geeft geen symptomen en kunnen we niet ontdekken.’
Durfkapitaal
Belangrijke initiatieven komen moeizaam van de grond als overheid en bedrijven terughoudend zijn met investeren. Bijvoorbeeld vanwege de risico’s of het uitblijven van (winst)resultaten. Dioraphte financiert onmisbare initiatieven die een zetje nodig hebben, zoals onderzoek naar zeldzame ziekten. Zijn de uitkomsten veelbelovend? Dan haken overheid en farmaceuten in de volgende fase sneller aan.
Antilichamen ontdekken
Bij patiënten van de beide PSC-expertisecentra (zie onderaan dit artikel) gaat arts-onderzoeker Fokkelien Veenstra voor haar promotie zoeken naar mogelijkheden om de ziekte vroegtijdig op te sporen. Daarvoor gebruikt ze een innovatieve laboratoriumtechniek die Bourgonje eerder heeft ingezet in studies naar IBD. Veenstra: ‘Het lijkt erop dat PSC mede ontstaat doordat het immuunsysteem van de patiënt op een afwijkende manier wordt geactiveerd. Daardoor keert het zich tegen lichaamseigen eiwitten. In het laboratorium willen we het antilichaam-repertoire van patiënten in kaart brengen. Zonder die nieuwe labtechniek – die erg kostbaar is – kan zoiets niet goed. Het idee is om antilichamen te ontdekken die specifiek zijn voor PSC. Als we die vinden, hebben we meetbare signalen – biomarkers – waarmee we de ziekte mogelijk vroeger kunnen opsporen.’
Beter voorspellen
Biomarkers zijn niet alleen relevant voor een vroege diagnose, vervolgt Bourgonje. ‘Als je de antilichaamreacties van een specifieke patiënt in beeld hebt, kun je ook proberen te voorspellen hoe iemands ziekte zal verlopen. Zo kunnen we bijvoorbeeld zicht krijgen op risicogroepen die een grotere kans lopen op een ernstiger beloop van PSC. En als we meer leren over het ontstaan van de ziekte, kunnen we nadenken over mogelijkheden voor vroegbehandeling die complicaties tegengaat.’
Vertrouwen op vervolgsubsidies
Beide onderzoekers weten hoe lastig het is om financiering te vinden voor onderzoek naar zeldzame ziekten. Bourgonje: ‘Je krijgt meestal gemakkelijker subsidie als een onderzoek sneller tot een klinische toepassing kan leiden. Maar zover zijn we bij PSC nog niet. We zitten in de fase waarin we proberen te begrijpen welke biologische mechanismen de ziekte veroorzaken. Dat vergt tijdrovend fundamenteel onderzoek. Dioraphte durft juist zoiets te financieren, in het vertrouwen dat we aansluitend andere financieringsbronnen kunnen aanboren. Als we daadwerkelijk die biomarkers vinden, komt een diagnostische of voorspellende test in beeld. Ik heb goede hoop dat daarbij dan ook andere financiers zullen aanhaken.’
Er zijn twee PSC-expertisecentra in Nederland. Het centrum in Groningen staat onder leiding van prof. dr. Rinse Weersma dat in Amsterdam wordt geleid door prof. dr. Cyriel Ponsioen.