Slot Zuylen
Schaften in de vergaderkamer

Emmers. Doeken. Regenwater dat naar binnenloopt. Op diverse plekken in Slot Zuylen was de noodzaak tot restauratie groot. Best een uitdaging. Want het kasteel wordt aan drie kanten omringd door water. Daarom bleef veel achterstallig onderhoud uit het zicht. ‘Je plaatst niet even een steiger om jaarlijks de boel na te lopen.’
Directeur Willem te Slaa ligt niet wakker van de restauratie, maar een logistieke uitdaging is het wel. Zoveel mogelijk moet in één keer, want alleen al een steiger plaatsen is een kostbare aangelegenheid: 1.600 euro per week per gevel. Ook de aan- en afvoer van materiaal is een klus. ‘Normaal komt de aannemer met een gigantische vrachtwagen voor de deur. Dat kan hier niet. De natuur rondom het slot is kwetsbaar, de bestrating is oud en al het materiaal moet door een smalle 16de-eeuwse poort.’
Twee jaar lang is de restauratie voorbereid. Toch zijn er tijdens het project nog veel creatieve oplossingen nodig. Achter alles wat je aanpakt kan een probleem als houtrot schuilgaan, vertelt Te Slaa. Om budgetoverschrijding te voorkomen, is er van alles bedacht. ‘De schaftkeet, de Dixi’s, de materiaalopslag – we hebben die kostenposten zoveel mogelijk geschrapt door andere oplossingen te bedenken. Schaften gebeurt nu bijvoorbeeld in onze vergaderkamer.’
Eeuwenlang verspijkeren
Tijdens de werkzaamheden blijft het museum gewoon open voor publiek. ‘Die inkomsten zijn hard nodig, dus hebben we van de nood een deugd gemaakt. We hebben een tentoonstelling over de bouwgeschiedenis ingericht. Een steiger hier of daar is dan gelijk minder storend.’
Slot Zuylen is een van de oudste kastelen aan de Vecht, net buiten Utrecht. Het is gebouwd in de 13e eeuw, met tal van latere uitbreidingen. Te Slaa: ‘In tegenstelling tot andere kastelen is Slot Zuylen niet op enig moment gesloopt of opnieuw opgebouwd. Het is eigenlijk een uniek document van zo’n 800 jaar bouwen en verspijkeren. Ook het interieur vertelt een verhaal. Het kasteel is door de eeuwen heen bewoond geweest. Daardoor is het niet ingericht volgens een bepaalde stijl die refereert aan één periode. Zo kwamen er steeds wat meubels bij, andere verdwenen weer.’
Continuïteit
Dioraphte kiest voor een lange adem waar dat nodig is. We beseffen dat initiatieven hun tijd nodig hebben. We zien dat bijvoorbeeld bij het behoud van cultureel erfgoed, waar vaak jaren wordt gewerkt aan restauratie en behoud. Door daarin als privaat fonds te investeren, laten we zien hoe belangrijk dit is. En dat gezamenlijk optrekken ons erfgoed helpt behouden. Want wat weg is, komt nooit meer terug.
Sporen van vroeger
De restauratie legt veel van de bouw- en beheergeschiedenis bloot. ‘De kozijnen zijn bijvoorbeeld nog van 18e-eeuws hout. De ramen blijken genummerd te zijn met Romeinse cijfers. Ineens vinden we een luik met daarachter een loze ruimte. Allemaal sporen van vroeger.’ Maar ook het recente verleden wordt zichtbaar. Zo moeten er voegen vervangen worden die in de jaren 80 van de vorige eeuw zijn aangebracht. Ze worden zó hard, dat ze de oude steen kapot drukken. Ook is tijdens eerdere restauraties modern hardhout gebruikt, omdat het langer meegaat. ‘Er werd in het verleden heel anders gedacht over monumentenzorg. Ook dát hoort bij de geschiedenis van Slot Zuylen. Nu laten we ons influisteren door wat het kasteel al eeuwenlang in stand houdt.’
Laatst vroeg iemand Te Slaa wanneer hij de restauratie geslaagd vindt. Lachend: ‘Ik vergelijk het met thuiskomen na een kappersbezoek. Dan hoor je liever niet: ben je naar de kapper geweest? Maar: wat zit je haar goed! Dát verschil. Als we dat voor elkaar krijgen, hebben we het goed gedaan.’